Binnen de familie Gernaat zijn verschillende verhalen te vinden over lief en leed. Binnen de gepubliceerde parenteel van Jan Hartogs en Elsjen Gerrits is het onderstaande niet opgenomen. Het verhaal over Jantje Knip is echter wel bijzonder. Jan Wijgmans Knip wordt geboren in het jaar 1777 en huwt Antje Eltjes Kremer. Over haar is vrij weinig bekend. Wel weten we dat het stel 7 kinderen krijgt, twee zoons en vijf dochters. Eén van de dochters wordt in 1816 dood geboren en vader Jan overlijdt op vrij jonge leeftijd op 8 januari 1818 te Westerlee. Hij is slechts 41 jaar geworden. Dit verhaal loopt met name via één van de vijf dochters, namelijk Antje Jans Knip.
Antje wordt in 1806 te Nieuwolda geboren en overlijdt op 67 jarige leeftijd, op 30 juli 1873 te Nieuwolda. Tot 16 juni 1833 is Antje boerenmeid, maar bij welke boer ze heeft gewerkt, is niet bekend. Op die datum trouwt ze Jan Harms Gernaat, geboren 28 juni 1795, overleden 7 september 1848, als zoon van Harm Menses Gernaat en Jantje Jans Dik. Uit het huwelijk van Jan Harms en Antje Jans worden, voor zover we weten, vier kinderen geboren, waarvan het eerste kind, een zoon, levenloos ter wereld komt op 28 augustus 1833 te Scheemda. Hieruit kunnen we opmaken dat het kindje dus al vóór het huwelijk is verwekt. Daarna volgen nog twee zoons, Harm (1835-1876) en Jan (1838) en een dochter Jantje (1842-1847). Moeder Antje Jans komen we in het jaar vóór het overlijden van haar man tegen als arbeidster.
'Onze' Jantje Knip
Deze Jantje wordt aangegeven bij de Burgerlijke Stand door Weia Stevens, 25 jaar, arbeidster, wonende te Midwolda en ze wordt daarbij vertegenwoordigd door Harm Tonnis Hiddema, 35 jaar, winkelier te Midwolda. Een tweede getuige wordt gevonden op het gemeentehuis, Simon Hendriks Kiel, 43 jaar, gemeenteontvanger, wonende te Midwolda. Hij is ‘toevallig in de buurt’ en wil best als getuige optreden, hoewel hij het kind van te voren niet eens zal hebben gezien. De vader van Jantje blijft onbekend.
Dochter Jantje Knip krijgt maar liefst vier buitenechtelijke kinderen in vijf jaar tijd. Ze heeft dus beslist niet ‘stil gezeten’. Als ze 24 jaar jaar is bevalt ze in Midwolda op 21 januari 1876 van een doodgeboren kindje. Na de geboorte verhuist Jantje naar Eexta. Een jaar later, op 22 april 1877 bevalt ze van een dochter die ze Frouwke noemt. De aangever van de geboorte is Aijolt Groen, 23 jaar, arbeider en wonende te Eexta en als getuige neemt hij Reint Alberts, 28 jaar, arbeider, wonende te Eexta mee. In die tijd moet de aangever echter twee getuigen hebben die officieel de geborene daadwerkelijk gezien moeten hebben, maar in de praktijk loopt dat meestal heel anders. De tweede getuige wordt in dit geval gevonden in de 37-jarige klerk bij de gemeente, Elzard Onnens, die in Scheemda woont. In de akte wordt aangetekend dat de vader onbekend is, terwijl aangever Aijholt verklaart dat de bevalling ‘in zijne tegenwoordigheid heeft plaats gehad’.
Ruim een jaar later op 13 oktober 1878 bevalt moeder Jantje van een tweede dochter die ze benoemd naar haar moeder Antje. Voor de tweede keer gaat de eerder genoemde Aijolt Groen die nu 25 jaar is, nog steeds arbeider en wonende te Eexta als aangever van het kindje naar de Burgerlijke Stand en ook nu weer gaat Reint Alberts met hem mee als getuige. Een tweede getuige wordt gevonden in de 33-jarige veldwachter Simon Kiel uit Scheemda. Ook nu weer wordt de vader als onbekend opgegeven en wederom verklaart Aijolt dat de bevalling ‘in zijne tegenwoordigheid heeft plaats gehad’. Op zich begint dit toch een vreemde zaak te worden. Er worden twee meisjes geboren, de moeder weet niet wie de vader is, maar de aangever verklaart dat hij zelf bij de bevalling aanwezig is geweest.
Het wordt nog vreemder als onze Jantje Knip op 3 augustus 1880 bevalt van een zoontje. Ze noemt hem Hemmo. De lezer voelt al met een natte vinger wat er gaat gebeuren, en inderdaad. De 27-jarige Aijolt Groen stapt als aangever naar de Burgerlijke Stand om aangifte te doen van de geboorte. Wat schets onze verbazing, dezelfde getuigen als twee jaar eerder verschijnen ten tonele. Het zijn weer de 31-jarige arbeider Reint Alberts, arbeider, uit Scheemda en de 35-jarige Simon Kiel, veldwachter, uit dezelfde plaats. Ze hebben inmiddels al wat ervaring opgedaan, evenals de ambtenaar van de Burgelijke Stand die nogmaals mag neerpennen dat de vader onbekend is, terwijl de aangever, Aijolt Groen, verklaart –en zo staat het letterlijk telkens in de akte- dat de bevalling ‘in zijne tegenwoordigheid heeft plaats gehad'.
Een huwelijk
Wéér een jaar later stapt Aijolt Groen voor de vierde keer richting gemeentehuis en wel op 10 november 1881. Dit keer heeft hij Jantje Knip ook meegenomen. De 28-jarige Jantje en de 29-jarige Aijolt hebben besloten te trouwen en ziedaar in de akte wordt vermeld dat er drie kinderen bij het huwelijk worden gewettigd, namelijk Jantje, Frouwke en Hemmo. In het vervolg zullen ze door het leven gaan met ‘Groen’ als achternaam. Trouwens, de getuigen die we bij de aangiftes van de kinderen zijn tegengekomen, verschijnen deze keer niet ten tonele. Dit keer zijn dat Elzard Ommens, 42 jaar, klerk, wonende te Scheemda, Simon Doddema, 36 jaar, veldwachter, wonende te Scheemda, Eilder Panman, 36 jaar, logementhouder, wonende te Scheemda en Klaas Koers, 29 jaar, arbeider, ook wonende te Scheemda. Of Aijolt ook de vader van de vier kinderen is, zullen we nooit weten, maar uit het feit dat hij bij de geboorte van de laatste drie is geweest en vervolgens ook nog eens met de moeder trouwt, kunnen we die conclusie wel trekken.
Aardige bijkomstigheid is het volgende. Bij het huwelijk verklaart de bruidegom dat hem de woonplaats van zijn eigen moeder die voor ettelijke jaren terug naar Amerika is vertrokken onbekend is en dat hij niet weet of zij nog in leven is en dat dit de waarheid is en niets dan de waarheid, waarop hij de eed aflegt onder het uitspreken van de woorden "Zoo waarlijk helpe mij God almagtig" en hij dus de toestemming van zijn moeder niet kan vragen. Uit de aktie blijkt ook dat Aijolt heeft voldaan aan de Nationale Militie. Tevens overleggen bruid en bruidegom het bewijs van hun beider geldelijk onvermogen.
Een vijfde kind voor Jantje
Het verhaal is echter nog niet helemaal ten einde. Zeven jaar na hun huwelijk (1888) wordt er nog een kindje geboren dat ze Jan Harm noemen, waarmee ze twee halfbroers van Jantje Knip benoemen, namelijk Jan en Harm Gernaat. Uiteraard zijn we benieuwd hoe het met haar kinderen is vergaan. Welnu, Frouwke trouwt met Wessel Porrenga in Scheemda op 21 mei 1898. Ze krijgen 8 kinderen, waarvan de laatste levenloos wordt geboren. Dochter Antje krijgt (hoe kan het anders) in 1907 eerst een buitenechtelijke dochter, Antina Gezina, en trouwt daarna Having Kok. Ze krijgen twee dochters en één zoon. De laatste wordt net als zijn mogelijke grootvader Aijholt genoemd. Hemmo wordt net als zijn vader timmerman en trouwt met Jantje Beertema uit Westerlee. Het stel krijgt twee dochters en één zoon. De eerste dochter wordt nog geen twee maanden oud.
|
||||||||
Bron:
Groninger Archieven, AlleGroningers.nl
|
||||||||
|